Verloedering dreigt voor winkelcentrum Poelpolder

LISSE – ‘De situatie van de zittende ondernemers van winkelcentrum “Poelpolder” wordt in de toekomst verder verzwakt om levensvatbaar te ondernemen. Het centrum komt in een sterfhuisconstructie terecht.’ Maarten Rueb vertelde woensdag 13 januari tijdens de vergadering van de commissie Maatschappij & Financiën in niet mis te verstane bewoordingen dat het voor de gemeente hoog tijd wordt om in te grijpen.

Nadat de Seniorenraad haar zorgen had geuit over het winkelcentrum Poelmarkt en ook fractievoorzitter Cees Verburg de Alverha-ondernemers informeerde over ‘dreigende verpaupering’, is dit de derde openbare bijeenkomst waar kritisch wordt gesproken over de ontwikkelingen rondom de Poelmarkt.

Rueb liet weten: ‘Meer dan 10.000 mensen wonen in de Poelpolder en dan heb je zo'n krakkemikkig winkelcentrumpje De situatie van de zittende ondernemers van winkelcentrum “Poelpolder” wordt in de toekomst verder verzwakt om levensvatbaar te ondernemen. De beheerder zet deze mensen onder druk met onrealistische en intimiderende huurverhogingseisen. De beheerder heeft procesgangen in gang gezet, die hij heeft verloren. Maar nu worden via advocaten allerlei secundaire eisen op deze mensen losgelaten en dat zorgt wederom voor de nodige onrust. Er is door de beheerder van dit centrum medegedeeld dat ze liever moeten opduvelen. Ik vrees dat projectontwikkelaars plannen hebben en dat het centrum in een sterfhuisconstructie terechtkomt en zal worden geliquideerd. Dit zou buitengewoon schadelijk zijn voor de Poelpolder en heel Lisse.’

De oproep lijkt effect te hebben, want na afloop van de vergadering staken enkele politieke kopstukken hun hoofden bij elkaar. Nieuw Lisse en D66 Lisse dienen gezamenlijk een amendement in. Deze partijen willen dat de gemeente de vinger aan de pols houdt om het winkelcentrum Poelmarkt in de komende tien jaar te handhaven en te versterken. Fractievoorzitter Cees Verburg (D66): ‘We moeten leegstand en verdere verpaupering krachtig tegengaan. Dat is in het belang van de bewoners van de Poelpolder.’