‘Meer geld voor organisaties’

Armoedeconferentie in De Nachtegaal

LISSE – ‘Er moet beter worden samengewerkt tussen de instanties die zich bezighouden met het armoedebeleid.' Dit was een van de conclusies die getrokken werd tijdens de op dinsdag 6 november gehouden armoedeconferentie. Tientallen organisaties, ambtenaren en raadsleden verzamelden zich in De Nachtegaal om te praten over het probleem van de armoede waar veel mensen mee worstelen.

Bestuurders en vertegenwoordigers van maatschappelijke instanties uit de hele regio waren naar Lisse gekomen om het armoedeprobleem te bespreken. Uiteindelijk werd het dan ook een discussie tussen deze partijen over de hoofden van de 51 aanwezige mensen die zelf in een armoedesituatie zitten. Dit kwam schrijnend naar voren toen een van hen een vraag wilde stellen, naar aanleiding van een verhaal van een spreker, maar ruw werd afgekapt door de dagvoorzitter, ‘omdat het programma verder moest’. Dat de spreker de eigen spreektijd al met meer dan twintig minuten overschreden had, deed er blijkbaar minder toe.

Een toehoorder die wel zijn mening mocht uiten was de heer Huisman. Hij zei naar aanleiding van een verhaal van Herman Scheepbouwer van Maatschappelijk Werk Valent: ‘U praat als een techneut en deelt arme mensen in drie groepen. Maar armoede is een individueel probleem en geen groepsprobleem.’ Scheepbouwer haastte zich te zeggen dat ‘we die mensen binnen het maatschappelijk werk absoluut als individu zien’.

Twee van hen, de heer en mevrouw Currie uit Lisse, zijn al jaren afhankelijk van de ISD en weten wat armoede is. Terwijl mevrouw Currie haar man ondersteunt bij diens gang naar het toilet, vertelt ze: ‘De drempel voor extra bijstand wordt veel te hoog gelegd. Als de wasmachine kapot gaat, moeten we een monteur laten komen, maar daar hebben we het geld niet voor. Het duurt weken voordat we hiervoor toestemming krijgen van de ISD en al die tijd kan de wasmachine niet gebruikt worden.’

Enquête

Aan het einde van de vele uren durende bijeenkomst, die door meerdere pauzes onderbroken werd, kwamen de instanties tot de conclusie dat hun onderlinge samenwerking, de communicatie en voorlichting naar buiten toe verbeterd moeten worden. Extra geld voor de instanties zou in dat kader ook welkom zijn, zo was de onderliggende toon. Voorzitter van de ISD, G. Kleijheeg, tevens PvdA-wethouder in Hillegom, kondigde aan dat hij eind 2008 een vervolgconferentie wil organiseren.

Tijdens de armoedeconferentie werden ook de resultaten bekend gemaakt van de armoede-enquête. Cees Hoogervorst van de Cliëntenraad ISD Bollenstreek gaf de resultaten van deze enquête die werd gehouden bij mensen die onder de armoedegrens leven. In Nederland leven 1,3 miljoen mensen dagelijks onder de armoedegrens: dat is 15% van de bevolking die aan de onderkant van de samenleving verblijven.

Hoogervorst: ‘In Lisse maken zo’n 250 mensen gebruik van de sociale voorzieningen. Uit deze door 47 mensen ingevulde enquête blijkt dat er veel schulden zijn onder de mensen en dat armoede veelal ten koste gaat van de kinderen. Zij kunnen bijvoorbeeld geen lid worden van een sportvereniging vanwege het lidmaatschapsgeld dat betaald moet worden.’

Hij vervolgt: ‘Armoede bestaat, ook onder de minima in Lisse, waardoor ze in een sociaal isolement komen en zich in toenemende mate zorgen moeten maken om de eigen financiële situatie. Wellicht is het enige juiste recept tegen armoede dat er gezorgd wordt voor minder regels en meer maatwerk voor de mensen die in deze omstandigheden moeten leven.’